7 juli 2019 Blog Puurvandaag.nl

Na jarenlang wikken en wegen en gesmeek van de kinderen is het nu toch zover: we hebben een puppy in huis! Dan denk je bij een puppy natuurlijk aan een lief, klein, schattig pluizenbolletje dat rustig slaapt en heerlijk komt kroelen. Niet dus. Onze Labradoodle bleek eerder af te stammen van een piranha. Knuffelen was er de eerste weken niet bij. Hij hing in de gordijnen, de haarvlechten van een van de kinderen, broekspijpen, armen en veters. Niets bleek veilig voor de scherpe puppytandjes. We zaten af en toe met de handen in het haar. Maar dit hoorde er allemaal bij volgens de kenners. Dus haalde ik als leek tassen vol boeken over het opvoeden van honden bij de bibliotheek, heb ik me suf gezocht naar tips van ‘dr. Google’ en hebben we ons direct opgegeven voor een puppycursus. Wat een uitkomst zo’n cursus. Opeens bleek ons ongeleide projectiel toch heel leergierig te zijn.

Houding van de baas

Eén ding werd me door deze lessen heel erg duidelijk: de houding van de baas is allesbepalend voor het slagen van de training. Zo was er een oefening waar de hond moest leren te volgen langs diverse pionnen. Er waren wat toeschouwers, en ietwat onzeker begonnen we aan het parcours. Onze Fido liep er vrolijk op los… behalve de goede kant op. Hij leek er keer op keer niets van te snappen. Totdat de trainster kwam helpen. Met ferme stem en een krachtige houding liep ze het parcours. En tot onze verbazing bleek onze dwarsbungel plotseling een voorbeeldig dressuurhondje! ‘Kijk… hij is niet stuk’ zei de trainster met een knipoog. Tja… daar sta je dan. Kennelijk hadden wij iets niet goed overgebracht. Au.

Inmiddels genieten we van ons hondje en hebben alle kenners inderdaad gelijk gehad dat het gedrag met de tijd beter wordt. Maar één ding is me steeds pijnlijk duidelijk. Als we onze hond iets willen leren, maar we menen het niet 100% of we twijfelen eraan of hij het wel kan leren, of onze houding komt niet overeen met wat we zeggen, dan kunnen we nog zo ons best doen, maar dan heeft de hond echt geen boodschap aan ons! De hond let op onze lichaamshouding en stem en voelt feilloos aan of we het menen of niet.

Geloofsopvoeding

Dit is eigenlijk ook zo met de (geloofs)opvoeding van onze kinderen. Geloven we wat we hen leren? Komen onze woorden overeen met onze houding? Misschien leren we hen bijvoorbeeld al jong het versje ‘Lees je Bijbel, bid elke dag’, maar zien ze ons ook dagelijks persoonlijk uit de Bijbel lezen en bidden? En zo niet, verwachten wij dan dat zij dat later wel gaan doen? Zingen we voor het slapen gaan ‘Je hoeft niet bang te zijn’, maar laten we hen ook zien dat we zelf onze zorgen en angsten bij Hem brengen en laten? Oef… dat is misschien best confronterend.

Moeten we dan zelf een perfect en onwankelbaar geloof hebben voordat we onze kinderen iets kunnen leren? Nee dat geloof ik niet. Want net zoals je met de hond op training mag, waarin het de ene dag voor geen meter lukt (omdat je misschien zelf niet goed in je vel zit, of de hond moe is) en de volgende keer super gaat, mag je ook je kinderen opvoeden met vallen en opstaan. Dat hoort bij het leven. Soms sta ik verbaasd dat de hond al iets heeft opgepikt wat we eigenlijk nog niet eens geoefend hebben. Hij let de hele dag op zijn baas en leert van hoe we ons gedragen en welke gewoontes er zijn. Dat is met onze kinderen ook zo. Ongemerkt pikken ze vaak veel meer op dan we denken. Geloofsopvoeding zit hem ook in die kleine, alledaagse dingen. Daarbij mogen we in de opvoeding van onze kinderen ook weten dat het gelukkig niet alleen van ons als ouders afhangt, en mogen we opzien naar onze Vader en hulp vragen als we het zelf even niet meer weten.

Onze houding

Toch blijft het wel goed om je als moeder of vader ook steeds af te vragen hoe je eigen relatie met God is, en of wat je je kinderen leert ook zichtbaar of merkbaar is in je eigen leven en gezin. Want nog veel belangrijker dan woorden is, is onze houding! Dan gaat het alsnog niet vanzelfsprekend goed. Ook honden kennen bijvoorbeeld net als kinderen een pubertijd, waarin het lijkt alsof ze alles vergeten zijn wat ze tot nu toe hebben geleerd. Daarnaast kunnen kinderen ondanks een goed voorbeeld toch andere keuzes maken. Door die moeilijke tijden mag je samen met Hem heengaan. Maar duidelijk, consequent en écht zijn is wel de basis van waaruit we onze kinderen voor mogen gaan in Zijn liefde en kracht. ‘Mogen onze Heer Jezus Christus en God, onze Vader, die ons zijn liefde heeft getoond en ons door zijn genade blijvende steun en goede hoop gegeven heeft, u aanmoedigen en sterken in al het goede dat u doet en zegt.’ ( 2 Tess. 2:16-17, NBV)

Zo, en nu op naar de volgende training. Eén ding is een geruststelling: onze Fido is in elk geval niet stuk! Aan hem kan het niet liggen. Of was dat nou juist vervelend…?